Hoe ziet het onderwijs van de toekomst eruit? Er wordt veel over gepraat en geschreven. Duidelijk is het nog niet. Marline van der Vorm, adjunct-directeur van de Annie M.G. Schmidtschool, en Neslihan Tunc, pedagogisch medewerker bij kinderopvang 2Samen, hebben in elk geval één toekomstdroom: samenwerken aan talentgericht onderwijs.
Ze is inmiddels een bekend gezicht in de Annie M.G. Schmidtschool. Bij de kinderen, de ouders én de leerkrachten: Neslihan Tunc. Neslihan is pedagogisch medewerker bij kinderopvang 2Samen en begeleidt de kinderen bij de tussenschoolse en buitenschoolse opvang. Daarnaast ontpopt zij zich steeds meer tot onderwijsassistent in de school. Bovendien maken de opvang en de school gebruik van hetzelfde gebouw.
Completer beeld
“Als leerkracht kun je dat laatste als een nadeel zien, omdat je ruimte moet delen die ook nog eens anders wordt ingericht. Maar wij zien het juist als een voordeel. Want we kunnen onze didactische en pedagogische krachten bundelen om samen de kinderen het beste te bieden. En niet alleen op het gebied van lokaalinrichting”, zegt Marline van der Vorm, adjunct-directeur van de Anne M.G. Schmidtschool.
“Neslihan maakt de kinderen ook buiten de lessen mee en kent ze daardoor op een andere manier. Met haar inzichten van buiten de les, krijgen we een completer beeld van de kinderen. Bijvoorbeeld van hun talenten.”
Laat talentontwikkeling nou net het gebied zijn waarop de school en de opvang elkaar naadloos aanvullen.
Talent is meer dan uitblinken
“Bij talent denk je al snel aan iets groots. Een topvoetballer, een muzikant, een expert in iets”, zegt Neslihan. “Maar het zit vaker in iets kleins of gewoons. Het gaat om een activiteit waarin je je helemaal kunt verliezen. Waarbij de tijd ongemerkt vliegt, iets wat je heel graag doet. Meestal ben je daar dan ook wel goed in.”
“Het omgekeerde geldt niet altijd”, vult Marline aan. “Zo zijn er zat mensen die iets heel goed kunnen wat toch niet hun passie is, waarbij ze niet in die flow komen.”
Neslihan en Marline vergaarden die inzichten bij het Haags leernetwerk Talentontwikkeling. Het was de aanleiding voor een nog hechtere samenwerking tussen school en opvang.
Inspelen op behoeften
“Binnen ons onderwijs is het belangrijk dat we inspelen op de behoeften van leerlingen. Sommige kinderen werken heel prettig binnen de traditionele lesstructuur. Andere kinderen hebben iets anders nodig, of komen op een andere manier tot hun recht. Bijvoorbeeld een kind dat alles ziet in de klas, veel kletst en zich overal mee bemoeit. Dat kun je zien als een drukke bemoeial. Of als een talent dat alles in de gaten heeft. Uitstekend om later bijvoorbeeld in een restaurant personeel op het juiste moment te instrueren. Die talenten zien, is nog een kunst apart. Daarbij helpt de brede pedagogische blik van bijvoorbeeld Neslihan”, zegt Marline.
“Bovendien kunnen we kennis en ervaring uitwisselen en samen activiteiten aanbieden voor die talentontwikkeling. Zowel binnen de lesstructuur, met thematisch werken bijvoorbeeld, als daarbuiten”, aldus Neslihan.
En zo vullen de didactische aanpak van de school en de bredere pedagogische blik van de opvang elkaar prima aan om nog meer aan te sluiten bij de individuele behoeften van het kind, gericht op talentontwikkeling.
“Dan zie je nog beter”, vervolgt Neslihan, “welke kinderen extra aandacht nodig hebben en op welk gebied. Als onderwijsassistent en als pedagoog vanuit de opvang, kan ik die extra aandacht geven. In de klas, op de gang en bij de opvang.”
Dit artikel is ook terug te lezen in het jaarmagazine 2024 van De Haagse Scholen
Tekst: Ger Dreijer